Al weer wat jaren geleden zijn er op het gebied van de ontwikkeling van de fietstrapas diverse standaarden ontworpen. Deze verschillende systemen vereisen allen een specifieke bevestiging op de crank, hetgeen de overzichtelijkheid nou niet direct heeft bevorderd. Tegenwoordig worden de meeste fietsen, dus ook racefietsen en mountainbikes voorzien van een cassette zodat ze zo goed als ongevoelig zijn voor vuil en vocht. Waneer er binnen dit systeem speling ontstaat valt er weinig meer te sleutelen. Dat wil zeggen dat de lagers niet kunnen worden vervangen en de cassette in zijn geheel dient te worden vervangen.

Binnen het scala aan te leveren trapassen zit een belangrijk onderscheid,en dat is het verschil in schroefdraad dat aan de trapasbuis en trapas zit. De twee belangrijkste zijn het europese schroefdraad (BSA) met het grootste marktaandeel, en het italiaanse schroefdraad. 

Europses schroefdraad heeft als kenmerk 1.37x24TPI. 1.37 staat dan voor de diameter van de trapas in inches, wat neerkomt op 34.8 mm, 24 TPI is het aantal draadkoppen dat per inch wordt gemeten. Het kenmerk van het italiaanse schroefdraad is 1.36x24TPI.

Er bestaat dus een duidelijk verschil in diameter van de twee soorten trapassen, en bovendien bestaat er een verschil in draadrichting van de cups, zodat we eerst goed moeten kijken en voorzichtig dienen te handelen bij het indraaien van de cups, omdat we anders het schroefdraad binnen in de trapasbuis onherstelbaar (lees: een ander frame!)zouden kunnen beschadigen.

Voor diegenen die wel eens wat meer informatie onder ogen willen krijgen over de diversiteit aan trapassen (of bracketassen) en crankverbindingen die momenteel worden aangeboden door de fietsenbranche, is hier een overzichtelijke aanzet over deze soms nogal verwarrende materie te vinden.



Octalink en Isis

De systemen Octalink en Isis zijn eigenlijk vergelijkbaar, omdat het allebei systemen zijn met intern gelagerde assen, waarbij de crank aansluiting vindt op een aantal vertandingen. Shimano was met de Octalink de eerste van de twee die dit systeem gepatenteerd op de markt heeft gebracht, terwijl andere bedrijven in deze sector, zoals Truvativ, het Isis systeem toepasten. Het Octalink systeem werd door Shimano gepatenteerd, waardoor andere fabrikanten die wel brood zagen in deze constructie, dit op bases van licenties moesten doen. Het Octalink-systeem bestaat uit een as waarop acht groeven zitten van 9mm. Dit Octalink-systeem van Shimano zag het licht in het jaar 2000, waarna het systeem achtereenvolgens zijn toepassing vond op de trapassen van de Shimano LX en de XT uitvoeringen en een jaar later tevens op de Deore-groep werd toegepast. Om de zaken nog wat ingewikkelder te maken had men bij Shimano voor de XTR-groep een geheel eigen asconstructie bedacht (wat tot het jaar 2003 werd volgehouden; zie verderop over het Hollowtech-systeem van Shimano): Deze as was uitgevoerd met acht groeven van 5mm., zodat er geen enkele comptabiliteit was met de Octalink constructie, hetgeen betekende dat er voor dit aparte systeem tevens aparte XTR cranks nodig waren.
Het tweede reeds vermelde Isis-systeem is door Truvativ, RaceFace en Chris King ontworpen, teneinde een antwoord te kunnen bieden op de door Shimano ontwikkelde en beschermde Octalink standaard. Dit Isis-principe, dat wordt gekenmerkt door een as met 10 groeven van 16mm., wordt overigens niet beschermd door patenten, zodat iedere fabrikant dit principe kan overnemen en toepassen.


De doorgaande of geïntegreerde trapas en de trapas met de vierkante kop

Weer een andere uitvoering van de trapas is het systeem met de doorgaande as. Hiervan is Shimano met de Hollowtech II de grote vertegenwoordiger. Dit is een systeem waarbij de trapaslagers zich aan weerszijden van de trapasbuis bevinden. Raceface heeft een eigen crankstel (Raceface Deus XC systeem), wat vergelijkbaar is met het systeem van Shimano, waarbij de lagers zich ook aan de buitenzijde van de trapasbuis bevinden.
Van het met de doorgaande as, ofwel de geintegreerde trapas, is de (Shimano) Hollowtech II de grote vertegenwoordiger. Hollowtech II is de vinding van Shimano en is eigenlijk een verbetering van het Octalink-systeem, dat ook van Shimano is. Bij dit systeem worden de lagers niet meer in het frame gedraaid, maar worden ze buiten het frame geplaatst. Dit heeft als grote voordelen dat het geheel, qua constructie, stijver is doordat er minder druk op de lagers wordt uitgeoefend. Shimano is in 2003 met dit systeem begonnen, en wel met de XTR uitvoering. Veel andere fabrikanten, zoals Raceface (met X-type), Truvativ (met GXP) en Bontrager zijn inmiddels op dit systeem overgegaan, daar dit systeem zich simpelweg qua sterkte, betrouwbaarheid en levensduur heeft bewezen. Doordat de trapaslagers zich niet in de trapasbuis bevinden maar daarbuiten, ontstaat door de mogelijkheid van een grotere asdiameter een steviger en meer uitgebalanceerd cranksysteem.
De trapas die met een vierkante kop is uitgerust tenslotte, is voor veel fietsers ook nog altijd een prima oplossing voor een efficiente asaandrijving. Ze worden nog steeds gebruikt door Campagnolo en bij sommige types van het merk Shimano. Bij dit soort trapassen kunnen onderdelen die versleten raken, zoals de lagers, vervangen worden. Dit systeem wordt door vrijwel alle fabrikanten gemaakt en is niet gepatenteerd. Dit systeem was tot het jaar 1996, voorafgaand aan al de nieuwe hierboven vermelde ontwikkelingen op het gebied van de trapas, tot dan toe het enige systeem (een klemverbinding!) met behulp waarvan de trapas met de cranks kon worden verbonden.